Bij de dood van een goede vriend
Toen je mij belde en het vertelde
dacht ik aan een grap, omdat lachen
klein verdriet verjaagt.
Blijf nuttig, zei ik nog en loog
dat het wel goed zou komen.
We spraken niet veel later over jaren nog te gaan.
We droegen anderen naar hun graven
en verklaarden de Dood voor gek
omdat zijn zeis niet was geslepen.
Voor jouw bomen bleef het zomer.
Tot je afasisch een grap vertelde
die jij alleen begreep en ik die dag
het memoriam printte dat ik
maanden terug al had geschreven.