Tranen van vrijheid
Zij laat de kruimels in mijn bed
als ik nog lig te dromen. Terwijl ik
slaperig de lucht omarm
verlaat zij stiekem mijn gewoonten.
Als een dief, die amper maalt
om dag of nacht.
Ach Adagio, de liefde. Ik weet niet
of ik om haar treur. Duizend kussen
zijn nog te verdragen. Maar vluchtigheid
is niet geschikt om credo's te doen
vervagen.
Dit alles ligt onwrikbaar vast.
Men herinnert zich een voorgevoel.
Een lichte voetstap op de mat.
Een deur, die dichtgeslagen wordt.